Luisteren naar autisme, vaak zijn woorden niet nodig
Wat versta jij onder luisteren? Grote kans dat je zegt dat iets met (h)oren te maken heeft. Heel logisch natuurlijk. Iemand vertelt een verhaal en jij hoort het. Je stelt een vraag, iemand geeft antwoord en jij hoort dat.
Je hoeft niet altijd luisteren naar woorden of taal. Een baby ‘praat’ bijvoorbeeld door te huilen. Hij of zij kan nog niet in woorden vertellen wat nodig is, maar doet dat door op een bepaalde manier te huilen. In het begin vraag je je als nieuwbakken ouder waarschijnlijk vertwijfeld ‘Wat bedoel je nou???’. Maar als je écht naar je kindje luistert, weet je na een tijdje precies wat hij of zij je vertelt.
Horen is niet per se hetzelfde als luisteren. Ik zeg het zelf ook regelmatig tegen mijn vriend of dochter: ‘Ik weet dat je me hoort wel, maar lúister je ook??’. Het antwoord is dan vaak ‘Huh?’ of ‘Waaaat??’.
Het thema van deze Nationale Autisme Week is ‘Luisteren naar autisme’. Zeker bij kinderen met autisme is het heel erg belangrijk dat we goed naar ze luisteren. En dan bedoel ik niet luisteren naar wat ze zeggen, maar vooral luisteren naar wat ze dóen.
Toen ik nog niet wist dat mijn dochter Asperger had, pakte ik het heel anders aan. Vriend en ik zaten met haar aan tafel en vuurde vragen op haar af. Wat ís er nou met je? Waarom ben je zo verdrietig? Wat kunnen we voor je doen? Waarom vind je het niet leuk op school? Wat wil je dan?
Het enige antwoord dat dan volgde was ‘Ik weet het niet…’ of ze trok haar schouders op. Onze reactie was dan een monoloog van een aantal minuten waarin we haar onze kijk op de zaak. Meestal eindigde het ‘gesprek’ met een vraag van haar kant. ‘Zijn we nu klaar?’ of ‘Mag ik nu weg?’. ‘ Nou dat ging weer lekker’, was onze conclusie daarna en we wisten niet of we nou verdrietig of kwaad moesten zijn.
Wanhopig werd ik er van! Ik verdacht haar ervan dat ze me expres zat te negeren. Me gewoon de spreekwoordelijke middelvinger gaf! Maar wat ik ook probeerde: lief, boos, begripvol of niet reageren, het werkte allemaal niet. Er kwam geen gesprek zoals ik dat zo graag wilde.
Later – dat was al een tijd na de diagnose autisme – kwam ik erachter dat mijn kind mij juist heel veel vertelde. Alleen niet met woorden. En ook niet bewust. Zelf weet ze namelijk vaak echt niet wat er aan de hand is, waarom ze zich rot voelt of wat voor activiteit ze wil gaan doen. Laat staan dat ze het onder woorden kan brengen. Toen ik vroeg wat zij eigenlijk hoorde wanneer wij haar destijds onderwierpen aan een kruisverhoor zei ze ‘bla, bla, bla….blablabla’. Daar hebben we met zijn allen even keihard om gelachen! Daar voegde ze nog even lief lachend aan toe dat het wat haar betreft ook geen gesprek was, maar een preek. En dat wij niks vroegen, maar dat wij zaten te zeiken. Waarvan akte. Love you too kind.
Tegenwoordig kijken we vooral naar wat ze doet in plaats van naar wat ze zegt. Zo zal ze bijvoorbeeld nooit zeggen dat mijn vriend lekker heeft gekookt. Maar als ze haar bord leeg heeft gegeten, weten we dat ze het lekker vond. En dat is genoeg voor ons.
Als mijn dochter de halve dag lamlendig op de bank ligt en klaagt over hoofd- en buikpijn en nergens zin in heeft, dan zegt ze eigenlijk: ‘Mama, zullen we iets samen gaan doen?’. Dan zeg ik dat ze even moet helpen in de tuin of dat we een rondje gaan lopen in het bos. Zelf komt ze daar niet op. Sterker nog, ze heeft er helemaal geen zin in (denkt ze). Maar als ze eenmaal bezig is, komt ze weer helemaal tot leven! Ze vraagt het dus niet, maar ze zegt het wel.
Sinds we zo met haar ‘praten’, begrijpen we elkaar veel beter. En hopelijk leert ze zichzelf zo ook beter kennen.
Het klinkt heel simpel, maar dat is het natuurlijk niet. Het kost tijd om te ontdekken welke boodschap bij welke gedrag hoort. Mijn ervaring is dat het vaak per ongeluk gaat. Ineens zie ik wat ze bedoelt!
Kinderen met autisme doen echt heel veel moeite om te ‘praten’ met anderen. Of dat nou door middel van woorden of gedrag is. Ik vind dat wij dan ook moeite doen om te (leren) luisteren.
Een tijdje geleden werd ik heel erg geraakt door de slotzin van een gedicht dat geschreven is door een jongen met autisme, Jim van destijds 27 jaar.
‘Ik bouwde een brug en stak over En er stond niemand op mij te wachten Daar aan de andere kant…’
Laten wij ervoor voor zorgen dat wij wél aan de andere kant van de brug staan!! Ik ondersteun je daarbij graag!
Eén gedachte over “Luisteren naar autisme, vaak zijn woorden niet nodig”
En weer een pareltje uit de pen Caat! #herkenbaar #mooi